Aan het expertpanel kunnen aanvragen worden voorgelegd in alle disciplines en benaderingen van de taalkunde (toegepaste, theoretische en historische; formele, functionele en cognitieve). De scope van het panel omvat de erkende interdisciplinaire subdisciplines (sociolinguïstiek, psycholinguïstiek, computationele taalkunde en taaltechnologie, vertaalkunde, tolkwetenschap, linguïstische antropologie, taalverwerving en taalleren (L1/L2), taalfilosofie en geschiedenis van de taalkunde). De aanvragen kunnen betrekking hebben op de studie van één of meer gesproken/gebarentalen, gedefinieerd op basis van geografische, sociale, typologische en/of genealogische criteria. Dit omvat onder andere contrastieve studies en de studie van twee-/meertaligheid. De aanvragen kunnen betrekking hebben op elk aspect van het taalgebruik (fonologie en fonetiek, morfologie, syntaxis, lexicon, semantiek, pragmatiek en discoursanalyse) en gebruik maken van relevante methodologieën voor taalkundig onderzoek (kwantitatieve methoden, tekst- en corpusanalyse, taaldocumentatie, linguïstische etnografie, enquêtes en interviews, experimentele methoden, enz.) Kandidaten in de neurolinguïstiek wordt aangeraden zich te wenden tot het Med5-panel, terwijl kandidaten in psycholinguïstiek moeten overwegen of zij zich vooral focussen op taalkundige onderzoeksvragen of eerder op de cognitieve psychologie van taalgebruik. In het laatste geval dienen zijn hun dossier in bij panel G&M3. De opname van tolk- en vertaalstudies in Cult1 veronderstelt een focus op utilitaire vormen en processen van taalbemiddeling, in tegenstelling tot de literaire en artistieke gebruiken van vertaling die door panel Cult2 worden behandeld.