Art. 11. Ontvankelijkheid
De ontvankelijkheid van de ingediende aanvragen wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
- de aanvraag wordt elektronisch ingediend ten laatste op de uiterste datum van inlevering;
- de aanvraag is volledig;
- de aanvraag dient in het Engels te worden opgesteld;
- de totale financieringskost dient tenminste 1.000.000 euro te bedragen;
- de aanvraag is ingediend door een onderzoeksgroep of onderzoeksgroepen van een Vlaamse universiteit, van een hogeronderwijsinstelling die door de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 wordt belast met wetenschappelijk onderzoek of van een strategisch onderzoekscentrum; en
- in de aanvraag wordt een onthaalinstelling voor de plaatsing van de aangevraagde onderzoeksinfrastructuur aangewezen.
Art. 12. Selectieprocedure
§1. Artikel 18 §7 van het decreet van 30 april 2009 bepaalt dat de raad van bestuur bij zijn beslissingen over het steunen van investeringsinitiatieven voor zware onderzoeksinfrastructuur steunt op het advies van experten die de wetenschappelijke kwaliteit van de aanvragen evalueren, en die vervolgens voor de aanvragen die excellent bevonden zijn, nagaan of de opgemaakte investeringsplannen voldoende realistisch en objectief zijn.
§2. In uitvoering van de bepalingen van dit decreet worden twee experten commissies ingesteld: de commissies Science en Invest die gedefinieerd worden in het reglement interne en externe peer review.
Art. 12.1. Verloop van het beoordelings- en beslissingsproces
Het beoordelings- en beslissingsproces verloopt in verschillende fasen:
Art. 12.1.1 De wetenschappelijke beoordeling
§1. Voor elke aanvraag wordt aan minstens drie niet in België werkzame deskundigen een beoordeling gevraagd. De aanvragers kunnen personen suggereren die zij geschikt achten om als expert hun aanvraag te beoordelen en hebben de mogelijkheid ten hoogste drie personen als deskundige, op gemotiveerde wijze, te wraken. Elke deskundige ontvangt het volledige aanvraagdossier waarover zijn of haar oordeel wordt gevraagd. De deskundigen kennen met andere woorden de identiteit van de aanvragers.
§2. De aanvragers worden in kennis gesteld van de anonieme refereerapporten en kunnen hierop reageren. De aanvragers kennen met andere woorden de identiteit van de referees niet.
§3. De leden van de commissie Science worden in kennis gesteld van de deskundigenrapporten en van de eventuele reacties van aanvragers hierop.
§4. Op basis hiervan beoordeelt de commissie Science in een eerste vergadering alle ingediende aanvragen en stelt een lijst van aanvragen op waarvoor een hoorzitting wordt georganiseerd. Tijdens deze vergadering bereidt de Commissie ook deze hoorzittingen voor. De beoordeling en de samenstelling van de lijst gebeurt op grond van de in art. 13 vermelde selectiecriteria. Beoordeling en samenstelling worden uitdrukkelijk, afdoend en schriftelijk gemotiveerd.
§5. Tijdens de hoorzitting worden de uitgenodigde aanvragers in de mogelijkheid gesteld hun aanvraag toe te lichten en te antwoorden op vragen van de leden van de commissie Science.
§6. Nadat alle hoorzittingen hebben plaatsgevonden, formuleert de commissie Science haar advies met de rangschikking van de excellent bevonden aanvragen. Dit advies wordt opgesteld op grond van de in art. 13 vermelde selectiecriteria. Het wordt uitdrukkelijk, afdoend en schriftelijk gemotiveerd.
Art. 12.1.2. Beoordeling van het investeringsplan en onderzoek van de potentiële samenwerkingsmogelijkheden
§1. Van de voorstellen die door de commissie Science als excellent zijn beoordeeld, onderzoekt de commissie Invest de investeringsplannen aan de hand van de onder artikel 13 vermelde criteria.
§2. Vervolgens onderzoekt de commissie Invest of er zich geen noden of opportuniteiten aandienen andere dan deze die reeds deel uitmaken van de aanvraag, op het vlak van instellingsoverschrijdende samenwerking of samenwerking met binnen- of buitenlandse onderzoekscentra, wetenschappelijke instellingen, of ondernemingen.
§3. Op basis van deze twee beoordelingen, formuleert de commissie Invest desgevallend een aanbeveling, die toegevoegd wordt aan het advies van de commissie Science. Ze motiveert haar eventuele aanbevelingen uitdrukkelijk, afdoend en schriftelijk.
Art. 12.1.3. Beslissing van de raad van bestuur
De raad van bestuur van het FWO neemt een eindbeslissing, rekening houdend met volgende beginselen:
§1. De lijst van de door de commissie Science excellent bevonden aanvragen kan slechts worden bekrachtigd of afgewezen. Bij afwijzing worden de commissies Science en Invest opnieuw bevraagd, desgevallend met uitdrukkelijke opgave van de elementen die volgens de raad van bestuur nader moeten worden onderzocht.
§2. Indien de commissie Invest omtrent een aanvraagdossier een aanbeveling heeft geformuleerd, handelt de raad van bestuur van het FWO als volgt:
1° ofwel wordt de aanbeveling verworpen, en wordt het dossier goedgekeurd;
2° ofwel wordt de aanbeveling geheel of ten dele aanvaard, en wordt het dossier goedgekeurd, met dien verstande dat de door de raad van bestuur opgelegde voorwaarden op het vlak van financiering of samenwerking zullen gelden als subsidiëringsvoorwaarden;
3° ofwel wordt de aanbeveling geheel of ten dele aanvaard, en wordt het dossier slechts goedgekeurd indien aan de raad van bestuur de nodige remediëringen worden voorgelegd binnen een door de raad van bestuur bepaalde termijn, die niet korter kan zijn dan tien kalenderdagen en de zestig kalenderdagen niet mag overschrijden.
§3. Indien het globale bedrag aan toe te kennen subsidies van de als excellent beoordeelde voorstellen hoger ligt dan het beschikbare bedrag, worden de voorstellen in de volgorde van de rangschikking betoelaagd tot het laatste voorstel dat volledig kan worden gefinancierd. De niet gefinancierde maar wel excellent bevonden voorstellen verwerven hieruit geen rechten in het kader van een volgende oproep.
§4. Nadat de raad van bestuur een eindbeslissing heeft genomen, worden alle documenten die in het kader van de procedure opgesteld zijn geweest voor de betrokkenen openbaar overeenkomstig de regelgeving op de openbaarheid van bestuur. Dit betekent onder andere dat de inhoud van de refereerapporten, de gemotiveerde adviezen van de commissies Science en Invest en de gemotiveerde eindbeslissingen van de raad van bestuur door alle aanvragers ingekeken kunnen worden.
Art. 13. Selectiecriteria
De criteria voor de beoordeling van subsidieaanvragen zware onderzoeksinfrastructuur zijn als volgt bepaald:
§1 De commissie Science evalueert de wetenschappelijke kwaliteit van de aanvragen en rangschikt de excellent bevonden aanvragen op grond van de hiernavolgende selectiecriteria:
1° de wetenschappelijke kwaliteit en relevantie van het door middel van de onderzoeksinfrastructuur uit te voeren onderzoeksprogramma;
2° het belang van de onderzoeksinfrastructuur voor het onderzoek binnen de betrokken wetenschappelijke discipline;
3° het innoverend karakter van het door middel van de onderzoeksinfrastructuur uit te voeren onderzoeksprogramma;
4° de mate waarin de onderzoeksinfrastructuur als logistiek knooppunt een grote reeks nieuwe projecten kan genereren;
5° het technologisch vernieuwend karakter van de onderzoeksinfrastructuur;
6° in geval de onderzoeksinfrastructuur moet worden geconstrueerd: de technische haalbaarheid van de onderzoeksinfrastructuur;
7° de kwaliteit en de competentie van de betrokken onderzoeksgroep of -groepen, de wetenschappelijke positie van de betrokken onderzoeksgroep of -groepen in internationale context, alsook de betrokkenheid bij het beleid van internationale onderzoeksinfrastructuren;
8° de mate waarin het voorstel kan worden ingepast in het strategische onderzoeksbeleid van de betrokken instelling of instellingen;
9° de mate waarin de investering in de onderzoeksinfrastructuur bijdraagt tot de versteviging van de Vlaamse of de regionale positie op het betreffende onderzoeksdomein;
10° de mate waarin het voorstel gealigneerd is op zowel binnen- als buitenlandse initiatieven en infrastructuren binnen het betreffende onderzoeksdomein;
11° de toegankelijkheid van de onderzoeksinfrastructuur voor onderzoekers van buiten de onthaalinstelling, alsook de kwaliteit van de toegangsregeling.
Er worden geen wegingsfactoren van deze verschillende selectiecriteria vastgelegd. De commissie Science beschikt op dit vlak over autonomie. Vóór de beoordeling van de in het kader van de oproep ingediende aanvragen zal zij de door haar te gebruiken wegingsfactoren schriftelijk expliciteren. Deze worden tezamen met het advies van de Commissie bekendgemaakt.
§2. De commissie Invest gaat ten aanzien van de door de commissie Science excellent bevonden aanvragen na of de opgemaakte investeringsplannen voldoende realistisch en objectief zijn.
De investeringsplannen omvatten daartoe ten minste volgende elementen:
1° een beschrijving van de voorgenomen investering;
2° een beschrijving van de wijze waarop de infrastructuur verkregen wordt;
3° een gedetailleerd gebruiksplan waarin ;
4° een beschrijving van de kwaliteit van de infrastructuur waarin de onderzoeksinfrastructuur desgevallend wordt gehuisvest; onder kwaliteit van de infrastructuur moet onder andere verstaan worden de huidige staat van het gebouw waarin de aangevraagde onderzoeksinfrastructuur ondergebracht zal worden, het feit of verbouwingen en aanpassingswerken noodzakelijk zijn en hoe ingrijpend deze zullen zijn, de aansluiting van de aangevraagde onderzoeksinfrastructuur bij reeds ter plaatse zijnde uitrusting of de compatibiliteit ervan met reeds aanwezige infrastructuur;
5° een schatting van de financiële, personele en materiële kosten. Alle kosten moeten worden gedekt, inbegrepen de kosten tijdens de afschrijvingstermijn (bv. onderhoud, bediening, upgrade,…), tenzij het om aantoonbare redenen onmogelijk is op het ogenblik van de aanvraag op realistische wijze de kosten tijdens de afschrijvingstermijn te begroten. De hiervoor te gebruiken afschrijvingstermijn bedraagt in principe 4 jaar, behalve voor ICT-apparatuur (hard- en software), waar de afschrijvingstermijn 3 jaar bedraagt. Voor de raming van de investeringskosten dient een indicatieve offerte bij de aanvraag te worden gevoegd. Voor de raming van de personele kost is een detailopgave vereist van het aantal mensmaanden, uitgedrukt in FTE; en
6° een sluitende begroting.
Daarnaast onderzoekt de commissie Invest of er zich geen samenwerkingsmogelijkheden aandienen die niet zijn opgenomen in de aanvragen.