Art. 1.
Op advies van het bevoegde Expertpanel kan het Fonds toelagen verlenen aan een postdoctoraal onderzoeker (**) bezoldigd verbonden aan een universiteit in de Vlaamse Gemeenschap of met een bezoldigde aanstelling aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven en de Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid in Brussel, of aan een Vlaamse of aan een Federale instelling voor wetenschappelijk onderzoek (***). Er kunnen eveneens toelagen worden verleend aan postdoctorale onderzoekers uit de Vlaamse Gemeenschap onder de leiding en de verantwoordelijkheid van een Vlaamse universiteit.
(*) Franse nomenclatuur: Crédit aux Chercheurs du Fonds de la Recherche Scientifique – Flandre (FWO).
Duitse nomenclatuur : Forschungsstipendium des Fonds für Wissenschaftliche Forschung – Flandern (FWO).
Engelse nomenclatuur: Research Grant of the Research Foundation – Flanders (FWO).
(**) Kredieten aan Navorsers worden in principe slechts toegekend aan onderzoekers met een zekere continuïteit in hun loopbaan tot en met maximum het niveau hoofddocent, behalve voor de sectoren wiskunde, taal-, cultuur- en maatschappijwetenschappen, waar deze beperkte middelen ook kunnen worden aangewend voor steun aan belangrijke projecten met grote wetenschappelijke impact.
(***) Kandidaten, personeelsleden van een federale wetenschappelijke instelling moeten tot het Nederlandstalig kader te behoren.
Art. 2.
Slechts de aanvragen die vanwege het Fonds een uitgave vergen van niet minder dan 2.500 EUR en niet méér dan 40.000 EUR komen in aanmerking.
Art. 3.
De onderzoekers die een dergelijke toelage wensen te genieten moeten aan hun verzoek een verslag over hun vorige werkzaamheden toevoegen.
Geen enkel krediet wordt verleend aan onderzoekers die materiële voordelen beogen. De Kredieten aan Navorsers zijn persoonlijk en niet overdraagbaar.
Art. 4.
§1. De toegekende kredieten kunnen slechts worden aangewend onder de voorwaarden waarin ze werden toegekend en het directiecomité van het Fonds moet vooraf zijn instemming hebben betuigd met elke wijziging in de bestemming van deze toelagen.
§2. De kredieten blijven ter beschikking gedurende het jaar van toekenning en de twee erop volgende jaren. Uitzonderlijke en grondig gemotiveerde verzoeken tot verlengingen moeten ten laatste tegen 30 november van het derde begrotingsjaar aan het FWO bezorgd worden en kunnen door de raad van bestuur slechts voor maximum zes maanden toegekend worden. De niet aangewende sommen vallen terug aan het FWO.
Art. 5.
De betalingen, rapporteringen en controles gebeuren volgens de bepalingen van het reglement van de Onderzoeksprojecten.
Art. 6.
Alle materiaal, verworven dankzij een Krediet aan Navorsers, wordt eigendom van de universiteit of van een instelling voor wetenschappelijk onderzoek waaraan de titularis van het betrokken krediet verbonden is of van een hogeschool, krachtens een afspraak met een Vlaamse universiteit die in de aanvraag wordt opgenomen. Deze instelling verbindt er zich nochtans toe het bedoelde materiaal ter beschikking te houden van de onderzoeker, gedurende de tijd die vereist is voor het afwerken van het onderzoek waarvoor het werd toegekend. Bovendien gaat ze de verbintenis aan het materiaal noch te verkopen, noch uit te lenen zonder de instemming van het Fonds.
Art. 7.
Ingeval het materiaal slechts mits bijdrage van een vreemd krediet kon worden aangekocht, beslissen de bestuursorganen van het FWO in overleg met de betrokken autoriteiten, over de eigendomskwestie.
Art. 8.
Het materiaal aangekocht met een Krediet aan Navorsers van het FWO door een onderzoeker die geen deel uitmaakt van de kaders van een universiteit, van een gelijkgestelde instelling of van een Vlaamse of Federale wetenschappelijke instelling, blijft eigendom van het Fonds. De houder van dergelijk materiaal verbindt er zich toe het in volmaakte staat - behoudens wat de normale slijtage of gevallen van overmacht betreft - terug in te leveren wanneer het hem niet langer meer van dienst is.
Art. 9.
De titularissen van een Krediet aan Navorsers brengen bij het Fonds verslag uit over het wetenschappelijk werk dat ze, met behulp van het tot hun beschikking gestelde krediet, hebben doorgevoerd.
Art. 10.
Alle aanvragen worden door de kredietaanvrager bij het FWO ingediend in het Engels en door middel van het online formulier “Krediet aan Navorsers”. Betrokken formulieren moeten op het secretariaat van het FWO toekomen, uiterlijk op 1 april om 17.00u. die het jaar waarop de uitgaven betrekking hebben voorafgaat. Zo deze datum een zaterdag of zondag is, wordt de indienlimiet verdaagd tot de daaropvolgende maandag om 17.00u.