Art. 5. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 27/03/2024)
De aspirant, alsook de houder van een bijzondere doctoraatsbeurs, en zijn promotor beheren samen en in overleg de werkingstoelage. De postdoctoraal onderzoeker van het FWO beheert zelf zijn werkingstoelage.
Art. 6. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 27/11/2019 en 26/10/2022 en 27/03/2024)
§1. De werkingstoelage kan worden gebruikt voor de aankoop en financiering van alle uitgaven die in rechtstreeks verband staan met de onderzoeksactiviteiten van de mandaathouders. Hiertoe behoren enkel de volgende op limitatieve wijze opgesomde kosten:
- aankoopkosten voor goederen met blijvende waarde en nuttig voor het onderzoek (apparatuur, computers, boeken,…). Bij het beëindigen van het mandaat worden deze goederen eigendom van de onthaalinstelling of universitair ziekenhuis. Hierbij dient de mandaathouder het aankoopbeleid van de onthaalinstelling of universitair ziekenhuis na te leven.
- kosten van verbruiksgoederen (reagentia, proefdieren- of planten, chemicaliën,…);
- verbruiksuitgaven (op basis van factuur of interne nota of afrekeningsstaat) voor fotokopie, opzoekingen en dataverkeer (post/internet);
- de vergoeding van personen, niet onderworpen aan de sociale zekerheid, die deelnemen aan het toegekende onderzoek (op basis van factuur of interne nota);
- verplaatsing- en verblijfkosten in binnen- en buitenland, met uitsluiting van woon-werkverkeer;
- kosten voor een CO2-bijdrage gekoppeld aan een wetenschapsgerelateerde verplaatsing per vliegtuig naar en van het buitenland uitgevoerd door de FWO-mandaathouder;
- kosten van studieverblijven en deelname aan congressen in het buitenland voor zover deze in de lijn liggen van het toegekende onderzoek;
- publicatiekosten voor artikels met de mandaathouder als eerste auteur (of als medeauteur op basis van een redelijke kostendeling);
- drukkosten van het doctoraatsproefschrift van de aspirant;
- toegang tot en disseminatie van onderzoeksresultaten.
§ 2. Postdoctoraal onderzoekers kunnen de werkingstoelage eveneens aanwenden voor deelname aan trainingsactiviteiten ter bevordering van transferable skills (communicatie, valorisatie, leiderschap, carrièreplanning, …), op voorwaarde dat dit de initieel goedgekeurde onderzoeksactiviteiten niet in het gedrang brengt.
§ 3. In geen enkel geval kan de werkingstoelage worden gebruikt voor:
- kosten voor de inschrijving op de universitaire rol of als regulier student in binnen- of buitenland;
- kosten voor inschrijving als doctoraatsstudent en voor de doctoraatsopleiding;
- strikt persoonlijke uitgaven van de mandaathouder of de promotor met inbegrip van huisvesting en woon-werkverkeer;
- de verrekening door de vakgroep/het departement of de universitaire instelling van centrale beheerskosten en/of algemene exploitatiekosten;
- uitgaven die reeds een andere financiering genoten;
- kosten van andere bursalen, doctorandi, postdoctoraal onderzoekers of personeelsleden;
- kosten voor de toekenning van de doctoraatstitel (uitnodigingen openbare verdediging van het doctoraatsproefschrift, huur zaal, receptiekosten, reis-en verblijfskosten jury, ….);
- kosten voor de organisatie van een workshop of een congres.
§ 4. De aspirant en hun promotor, de houder van een bijzondere doctoraatsbeurs en hun promotor of de postdoctoraal onderzoeker beslissen vrij over de planning van uitgaven op de werkingstoelage. Dit betekent o.m. dat de saldi van de werkingstoelage naar een volgend mandaatjaar kunnen overgedragen worden, binnen de duur van het toegekende mandaat. Indien postdoctorale mandaten junior en senior aansluiten is de overdracht van de saldi tussen deze beide mandaten mogelijk.
§ 5. In géén enkel geval kunnen uitgaven ten laste worden genomen op werkingstoelagen toegewezen voor toekomstige mandaatjaren.
§ 6. Ná het verstrijken van het mandaat kunnen de niet-gebruikte middelen niet meer worden opgenomen en komen terug toe aan het FWO, met uitzondering van kosten voor Open Acces en databewaring, die tot een jaar na het verstrijken van het mandaat ter beschikking blijven, mits de mandaathouder verbonden blijft aan dezelfde onthaalinstelling of via de promotor voor aspirantenmandaten of via de supervisor voor postdocmandaten. Evenmin kunnen kosten die voor het begin van het mandaat werden gemaakt, gefinancierd worden.
Art. 7. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 27/03/2024)
§ 1. De toewijzing van deze werkingstoelage heeft tot gevolg dat aspiranten en postdoctoraal onderzoekers en houders van een bijzondere doctoraatsbeurs van het FWO geen kredieten voor korte verblijven of het bijwonen van congressen binnen Europa bij het FWO kunnen aanvragen.
§ 2. Aspiranten en postdoctoraal onderzoekers van het FWO komen wel nog in aanmerking voor lange verblijven in het buitenland en korte verblijven buiten Europa en kredieten voor congressen buiten Europa.