Art. 1. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 22/11/2021)
Het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen kan overgaan tot het oprichten van Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschappen. Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen onderzoeksgroepen met als doel de coördinatie tussen en de internationale samenwerking van Vlaamse onderzoeksgroepen inzake wetenschappelijk onderzoek te bevorderen, waarbij inter-, multi- en transdisciplinariteit worden beschouwd als een positief beoordelingselement.
Art. 2.
Een Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap bestaat ten minste uit:
- drie onderzoeksgroepen van ten minste twee universiteiten uit de Vlaamse Gemeenschap, waarbij als equivalent voor laatstgenoemde instellingen gelden: de Evangelische Protestantse Faculteit in Leuven en de Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid in Brussel voor zover het onderzoek in godsdienstwetenschappen of godgeleerdheid betreft, de Hogere Zeevaartschool voor zover het wetenschappelijk onderzoek in de nautische wetenschappen betreft, de Vlerick Management School en/of Antwerp Management School zover het onderzoek in de managementwetenschappen betreft, of het Instituut voor Tropische Geneeskunde voor zover het onderzoek in tropische geneeskunde en diergeneeskunde en in gezondheidszorg in ontwikkelingslanden betreft;
- minimum twee onderzoeksgroepen uit onderzoeksinstellingen uit de Franse Gemeenschap en/of uit het buitenland.
Indien gewenst kunnen daarnaast ook onderzoeksgroepen uit andere organisaties dan onderzoeksinstellingen aan de WOG worden toegevoegd in zoverre er (strategisch) basisonderzoek kan worden verricht en op voorwaarde dat hun deelname een meerwaarde is voor de WOG.
Art. 3.
§1 Eén van de Vlaamse onderzoeksgroepen treedt op als kerngroep. Deze dient internationale erkenning te genieten omwille van zijn kwalitatief hoogstaand wetenschappelijk onderzoek.
§2 Een onderzoeksgroep kan slechts als kerngroep fungeren voor één lopende WOG. Dit betekent dat bij elke aanvraagronde een onderzoeksgroep slechts één maal als kerngroep kan aanvragen. En verder dat een aanvraag voor een WOG waarvan de voorziene startdatum binnen de termijn valt van een nog lopende WOG met dezelfde onderzoeksgroep als kerngroep, als onontvankelijk wordt beschouwd.
Art. 4.
Aan het hoofd van de Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap staat een stuurgroep bestaande uit de hoofden van de deelnemende onderzoeksgroepen uit de Vlaamse Gemeenschap. Het hoofd van de kerngroep treedt op als voorzitter van de stuurgroep en als woordvoerder ten opzichte van het Fonds.
Art. 5. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 28/09/2022)
Een Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap wordt, op advies van de bevoegde wetenschappelijke commissie, erkend door de raad van bestuur, voor een periode van vijf jaar, eventueel verlengbaar, en ontvangt een jaarlijkse werkingstoelage van maximum 12.000 EUR. De werkingstoelage blijft ter beschikking van de onderzoeksgemeenschap gedurende de looptijd van de samenwerking en de twee daaropvolgende jaren. De niet aangewende sommen vallen daarna terug aan het FWO.
Het aantal op te richten Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschappen wordt door de raad van bestuur bepaald.
Art. 6. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 22/11/2021)
Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschappen kunnen worden opgericht op voorwaarde dat duidelijk wordt aangetoond dat deze toelage noodzakelijk is voor het tot stand komen en/of onderhouden van het samenwerkingsverband en bijdraagt tot de wetenschapscoördinatie in Vlaanderen en de internationalisering van het wetenschappelijk onderzoek aan Vlaamse instellingen.
Art. 7.
Een bestaande Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap kan uitzonderlijk worden uitgebreid met (een) extra onderzoeksgroep(en). De woordvoerder van de initieel goedgekeurde Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap dient hiervoor een nieuwe aanvraag bij het FWO in te dienen.
Bij deze aanvraag dient duidelijk geargumenteerd te worden dat deze uitbreiding noodzakelijk is voor het verder tot stand komen en/of onderhouden van het initiële samenwerkingsverband zoals beschreven in de initiële aanvraag van een Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap. Ook de kwaliteit van de onderzoeksgroep(en) die men wenst op te nemen bij de initiële Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap dient aangetoond te worden in de aanvraag. Bovendien dient de schriftelijke goedkeuring van alle initiële onderzoekspartners voor de uitbreiding van de extra onderzoeksgroep(en) bij de aanvraag toegevoegd te worden.
De uitbreiding van de initiële Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap met (een) extra onderzoeksgroep(en) wordt, op advies van de bevoegde wetenschappelijke commissie, erkend door de raad van bestuur, voor de resterende periode van de lopende initiële Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap, eventueel verlengbaar, en ontvangt geen extra werkingstoelage voor deze uitbreiding.
Art. 8. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 08/02/2023)
Een eerste verslag wordt opgevraagd vóór 1 september van het 3de jaar (periode 1 januari eerste jaar tot 30 juni van het derde jaar = 2 ½ jaar werking).
Het tweede verslag is een syntheseverslag over de vijf werkjaren. Dit wordt opgevraagd tegen 1 september van het vijfde jaar, samen met het dossier voor de eventuele verlenging.
Als de verlenging wordt uitgesteld of niet wordt aangevraagd, moet het verslag op 31 december van dit laatste vijfde jaar worden ingediend.
De verslagen worden ter beoordeling aan de bevoegde wetenschappelijke commissie voorgelegd, die hierover aan de raad van bestuur verslag uitbrengt. Indien het eerste verslag negatief is kan de raad van bestuur de WOG stopzetten.
Art. 9. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 27/11/2019 en 22/11/2021)
De financiering heeft uitsluitend betrekking op:
- gastcolleges, -symposia en wetenschappelijke samenwerkingsverblijven:
- verplaatsings- en verblijfskosten van buitenlanders;
- honoraria van gevestigde onderzoekers van buiten de Vlaamse Gemeenschap;
- het dekken van verplaatsings- en verblijfskosten van onderzoekers, verbonden aan de Vlaamse onderzoeksgroepen uit de Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap, belast met een informatieopdracht in buitenlandse onderzoeksinstellingen;
- het dekken van kosten voor een CO2-bijdrage gekoppeld aan een wetenschapsgerelateerde verplaatsing per vliegtuig, voor zover deze direct betrekking heeft op de Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap;
- secretariaatskosten voor het organiseren van gastcolleges, beperkte symposia, workshops en onderzoekscoördinatievergaderingen.
- om degelijk verantwoorde redenen kunnen andere uitgaven eventueel worden verantwoord mits voorafgaandelijk hiervoor toestemming werd verleend door het FWO.
Art. 10.
De betalingen, rapporteringen en controles gebeuren volgens de bepalingen van het reglement van de Onderzoeksprojecten.
Art. 11. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 25/11/2020 en 08/02/2023)
Aanvragen moeten met de daartoe bestemde formulieren worden ingediend vóór 1 september die het aanvangsjaar voorafgaat. De formulieren zijn te vinden op de FWO website.