Art. 5. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 28/11/2023 en 06/11/2024)
§1. In het kader van de oproep voor deelname aan en/of subsidiëring van internationale onderzoeksinfrastructuur kunnen aanvragen worden ingediend door een onderzoeksgroep of onderzoeksgroepen van een Vlaamse Wetenschappelijke Instelling, een Vlaamse universiteit, van een strategisch onderzoekscentrum, van een instelling voor postinitieel onderwijs, van het VLIZ, van de KMDA-CRC, van de Plantentuin van Meise, van een Vlaams museum met een onderzoeksopdracht, van een samenwerkingsverband tussen voornoemde instanties of een samenwerkingsverband tussen ten minste één der voornoemde instanties en één of meer derden.
§2. Derden kunnen geen subsidies ontvangen. Derden is ruim gedefinieerd en niet beperkt tot in Vlaanderen gevestigde bedrijven of onderzoekscentra. De federale wetenschappelijke instellingen worden beschouwd als derden. Ook publieke entiteiten die afhangen van, opgericht werden door of (gedeeltelijk) gefinancierd worden door de Vlaamse overheid, andere Belgische overheden, buitenlandse overheden en internationale of supranationale organisaties kunnen optreden als derden. Academische ziekenhuizen die rechtspersoonlijkheid hebben, kunnen geen aanvragen indienen, maar kunnen wel optreden als derden. Buitenlandse organisaties (publieke en private onderwijs- en/of onderzoeksinstellingen, bedrijven,…) kunnen voor internationale onderzoeksinfrastructuren betrokken worden bij infrastructuur-investeringsinitiatieven. Vanuit juridisch oogpunt worden zij behandeld als derden.
Derden kunnen op geen enkele wijze, rechtstreeks of onrechtstreeks, subsidies ontvangen. Ze kunnen een reële, financieel waardeerbare inbreng hebben in een deelname aan internationale onderzoeksinfrastructuur.
Dit betekent (1) dat ze als tegenprestatie voor hun financieel waardeerbare inbreng enkel een gelimiteerd recht van gebruik of toegang tot, ten aanzien van de onderzoeksinfrastructuur kunnen verwerven en (2) dat ze nooit begunstigde kunnen zijn van subsidiëring, waarbij deze subsidiëring nooit aan hen of aan een rechtspersoon waarin ze samen met de subsidiegerechtigden participeren, doorgestort kan worden.
Uit het voorgaande volgt dat:
- derden te allen tijde betrokken kunnen worden bij de cofinanciering van internationale onderzoeksinfrastructuur;
- derden betrokken kunnen worden bij de gezamenlijke bouw van internationale onderzoeksinfrastructuur;
- onderzoekers van derden kunnen uitgenodigd worden om in of met de gesubsidieerde internationale onderzoeksinfrastructuur te werken.
Art. 6.
§1. De onderzoeksgroepen tonen in de subsidieaanvraag aan dat ze gemandateerd zijn door het bestuur van de betrokken instantie of instanties.
§2. Indien aanvragers reeds financiering ontvangen vanuit andere bronnen dan het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen moet in de subsidieaanvraag de complementariteit van de gevraagde middelen worden aangetoond zodat geen dubbele financiering ontstaat.
Art. 7. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 28/11/2023 en 06/11/2024)
§1. In geval een voorstel wordt ingediend door onderzoeksgroepen uit meerdere instanties, wijzen de aanvragers één promotor aan die verder optreedt als woordvoerder van de aanvraag. Deze promotor wordt aangeduid met de term promotor-woordvoerder. In geval van toekenning van subsidies treedt deze op als budgethouder.
§2. Indien de promotor-woordvoerder binnen de drie jaar na toekenning van de aanvraag op emeritaat of pensioen gaat, dient naast deze promotor-woordvoerder een andere persoon verbonden aan dezelfde instelling als copromotor op te treden. Bij het emeritaat of de pensionering van de eerste neemt de tweede als nieuwe promotor-woordvoerder de verantwoordelijkheid over de infrastructuur over.
§3. Elke andere aan de aanvraag deelnemende onderzoeksgroep dan die waartoe de promotor-woordvoerder behoort, wijst minstens één copromotor aan. Deze copromotoren zijn geen budgethouder. Ze moeten via hun onderzoeksgroep of instelling een reële, financieel waardeerbare inbreng hebben in de aanvraag, zo niet worden ze als gebruiker toegevoegd. Maximaal 50 procent van de cofinanciering mag bestaan uit kosten van de copromotoren.
Copromotoren kunnen bij meerdere aanvragen tegelijkertijd als copromotor optreden. Indien de copromotor binnen de drie jaar na toekenning van de aanvraag op emeritaat of pensioen gaat, dient naast deze copromotor een andere persoon verbonden aan dezelfde instelling als copromotor op te treden. Bij het emeritaat of de pensionering van de eerste neemt de tweede als nieuwe copromotor de verantwoordelijkheid over de infrastructuur over.
§4. In geval er derden bij de indiening van een voorstel betrokken zijn, wijst elke derde een persoon aan die binnen de eigen organisatie verantwoordelijk is voor de aanvraag. Derden worden niet beschouwd als aanvragers.
§5. Alle communicatie met het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen gebeurt via de promotor-woordvoerder. De copromotoren worden door de promotor-woordvoerder ingelicht.
Art. 8. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 28/11/2023 en 06/11/2024)
§1. Er worden twee soorten oproepen voor deelname aan internationale onderzoeksinfrastructuur georganiseerd, namelijk een roadmap-oproep en een financieringsoproep. Een roadmap-oproep wordt gedefinieerd als een oproep voor aanvragen tot deelname aan internationale onderzoeksinfrastructuren waarvan het strategisch belang voor het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap kan worden aangetoond. Een financieringsoproep is een oproep voor de financiering of de herfinanciering van de deelname aan internationale onderzoeksinfrastructuren.
§2. Een aanvraag in het kader van een roadmap-oproep is alleen ontvankelijk als de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- de internationale onderzoeksinfrastructuur waarvoor een aanvraag tot deelname wordt ingediend, maakte nog niet twee keer eerder het voorwerp uit van een onsuccesvolle aanvraag in een roadmap-oproep;
- de internationale onderzoeksinfrastructuur waarvoor een aanvraag tot deelname wordt ingediend, heeft de ontwerpfase al doorlopen. Onder ontwerpfase wordt verstaan de fase in de levenscyclus van een internationale onderzoeksinfrastructuur waarin het wetenschappelijke concept en de technische haalbaarheid van de onderzoeksinfrastructuur wordt uitgewerkt, alsook de analyse van de potentiële gebruikersgemeenschap, zowel wetenschaps- als innovatiegericht, als een schets van een businesscase en de rechtvaardiging voor het internationale consortium. De ontwerpfase omvat ook een eerste analyse van de positie in het internationale onderzoeksinfrastructuurlandschap, de e-infrastructuurvereisten en het datamanagement en -beleid;
- er worden geen twee aanvragen tot deelname aan dezelfde internationale onderzoeksinfrastructuur ingediend en de aanvraag heeft geen betrekking op een deelname aan internationale onderzoeksinfrastructuur waar een Vlaams consortium al aan deelneemt.
§3. Een aanvraag in het kader van een financieringsoproep is alleen ontvankelijk als de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- de aanvraag maakte al het voorwerp uit van een succesvolle aanvraag in het kader van een roadmap-oproep of kreeg al financiering toegekend bij voorgaande oproepen voor internationale onderzoeksinfrastructuur, tenzij een uitdoofscenario is opgelegd;
- er worden geen twee verschillende aanvragen tot financiering van de deelname aan dezelfde internationale onderzoeksinfrastructuur ingediend;
- er wordt geen aanvraag tot financiering van de deelname aan een internationale onderzoeksinfrastructuur ingediend waar al een Vlaams consortium aan deelneemt.
§4. De roadmap-oproepen voor deelname aan internationale onderzoeksinfrastructuren worden op ad hoc basis georganiseerd. Aanmelding van intenties om een aanvraag voor de roadmap-oproep in te dienen kunnen doorlopend aan het FWO kenbaar gemaakt worden en wanneer het FWO minstens vijf intenties tot het indienen van aanvragen ontvangen heeft, kan een roadmap-oproep gelanceerd worden en/of wanneer de Vlaamse of internationale ontwikkelingen rond onderzoeksinfrastructuur een roadmap-oproep vereisen, bv. bij het lanceren van een nieuwe Europese roadmap-oproep.
§5. De financieringsoproepen voor internationale onderzoeksinfrastructuur worden in de regel om de twee jaren georganiseerd. Indien een aanvrager financiering heeft gekregen in een oproep kan dezelfde aanvrager of het consortium waartoe de aanvrager behoort niet opnieuw financiering aanvragen voor dezelfde infrastructuur (investeringen en recurrente kosten) in de eerstvolgende nieuwe oproep tenzij wegens uitzonderlijke omstandigheden het investeringsinitiatief of de consortiumsamenstelling substantieel werd gewijzigd tijdens de looptijd van de financiering.
§6. Voor specifieke deelnames aan internationale onderzoeksinfrastructuren kunnen evaluaties met dezelfde selectiecriteria zoals voorzien in het reglement voor interne en externe peer review worden georganiseerd voor:
- aanvragen tot deelname aan of financiering van internationale onderzoeksinfrastructuren die vanwege de omvang van de financiering of vanwege het feit dat het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap de zetel van de internationale onderzoeksinfrastructuur zal huisvesten, niet binnen de reguliere oproepen vallen;
- aanvragen tot financiering van de deelname aan internationale onderzoeksinfrastructuren die vanwege de duidelijk bewezen hoogdringendheid van de financiering niet passen binnen de oproepkalender van de financieringsoproep.
§7. De aanvragen om subsidies worden, via de onthaalinstelling van de promotor-woordvoerder, ingediend in het Engels door middel van online ingevulde formulieren.
§8. De betrokken formulieren dienen uiterlijk op de indiendatum en het indienuur zoals vermeld bij de oproep te worden ingediend. Meer info, waaronder de timing, is te vinden op de website van het FWO en/of de andere digitale kanalen van het FWO.
§9. Aanvragers van de roadmap-oproep of aanvragers van de financieringsoproep die nog geen IRI-financiering hebben ontvangen, dienen deel te nemen aan een intakegesprek voor de indiendatum. Voor de overige aanvragers is dit facultatief.